top of page

Vergeving

Studies tonen aan dat vergeving zowel persoonlijke gezondheidsvoordelen oplevert voor degene die vergeven wordt, als ook voor degene die vergeeft.

​

Mensen die in het dagelijks leven regelmatig vergeven, ervaren: 

  • minder gezondheidsproblemen, minder stress en stressgerelateerde symptomen, minder acute- en chronische pijn, minder risico op een verhoogde bloeddruk, en leven langer

  • betere interpersoonlijke relaties, toegenomen empathie en verbeterde conflictoplossing.

​

Een recente studie verklaarde:

"Zowel vergeving van jezelf als vergeving van anderen, lijken elk een robuuste indirecte relatie met gezondheid te hebben. Tussen die twee blijkt dat vergeving van jezelf relatief belangrijker is voor gezondheidsgerelateerde uitkomsten." (Webb et al. 2013)

Vergeving

​Wat is het mechanisme van vergeving?

In het dagelijks leven gaat er bijna geen dag voorbij, waarin je op de een of andere manier niet 'geraakt' wordt door de acties van een ander, of dat je niet 'lijdt' vanwege natuurlijke of menselijke oorzaken. Dat 'geraakt' worden of 'lijden' kan puur fysiek zijn (je struikelt over een paar schoenen in de gang en bezeerd je pols), psychisch (je partner laat altijd en overal in huis zijn/haar spullen slingeren) of een combinatie van beide (de schoenen blijken van je partner te zijn). In het laatste geval, is de volgende stap vaak om iemand of iets de schuld te geven.


Dubbele aanval

Als het lijden een combinatie is van zowel fysiek, als psychisch lijden, heb je te maken met een dubbele aanval; de oorspronkelijke verwonding en de schade veroorzaakt door psycho-emotioneel vasthouden aan de verwonding (de schuldvraag). We kennen waarschijnlijk allemaal wel een situatie waarin je je verwonding en vooral de schuldvraag niet los kunt laten. Je herstelt vaak pas echt van je verwonding als je de ander ('de veroorzaker') hebt vergeven.

​

Interessant genoeg komt het woord 'vergeving' van het Griekse woord 'afiemi'.  Dit Griekse woord heeft een hele reeks vergelijkbare betekenissen, één daarvan is 'loslaten'. Vergeving is dus in wezen het loslaten van gebeurtenissen.

Vergeving is ook:

  • een keuze

  • de vrede die je leert voelen wanneer je een blessure loslaat, voor jou en niet de dader

  • je macht terugnemen

  • verantwoordelijkheid nemen voor hoe je je voelt over je genezing en niet over de mensen die je pijn hebben gedaan

  • over het worden van een held in plaats van een slachtoffer.

  • nog een stapje verder dan 'acceptatie', maar acceptatie is al een mooie stap

  • voorkomen dat je verteerd wordt door schuld of verbittering.

 

Vergeving is niet:

  • onvriendelijkheid goedkeuren

  • vergeten dat er iets pijnlijks is gebeurd

  • excuses voor slecht gedrag

  • je pijn ontkennen of minimaliseren

  • noodzakelijkerwijs verzoening met de dader

  • opgeven van gevoelens (Luskin 2002)​

"Als we de waarheid over onszelf niet accepteren, kunnen we haar niet helder zien en als we haar niet helder zien, zijn we niet goed in staat om met haar om te gaan." Hanson 2018

​Onderzoek door Kristin Neff en anderen heeft aangetoond dat zelfmededogen een mens veerkrachtiger maakt, waardoor hij makkelijker weer op kan staan. Het vermindert zelfkritiek en bouwt aan een gevoel van eigenwaarde, het helpt je bij je ambities en om succesvol te worden in plaats van zelfgenoegzaam en lui. Voor jezelf opkomen en liefde en aandacht aan je pijn schenken maakt je veerkrachtiger, bekwamer en geeft je vertrouwen. Goed voor jezelf zijn is ook goed zijn voor anderen.

Praktische tips en links:

  • Elke dag wilden we iets bereiken. Er zijn dagen waarop we dat doen. En dan zijn er dagen dat het niet lukt. En hoewel het belangrijk is om van je micro-fouten te leren, het heeft geen zin jezelf te streng te beoordelen. Oefen daarom vóór het slapengaan zelfcompassie. Onderzoek toont aan dat mensen die zelfcompassie beoefenen gelukkiger zijn. Er is tenslotte niets nobels aan het mentaal in elkaar geslagen en schuldig naar bed gaan. Zeg “Ik vergeef mezelf” en ga met een zuiver geweten naar bed.

Wil je meer zelfmededogen ontwikkelen, neem dan enkele minu­ten de tijd om de onderstaande oefening te doen. Als je een groter zelfmededogen opbouwt, zul je dit wanneer je maar wilt kun­nen aanspreken.

 

Mededogen met jezelf

Denk terug aan een moment waarop je voelde dat er mensen, huis­dieren of geestelijke wezens waren die om je gaven, in je tegenwoor­dige leven of in het verleden. Iedere vorm van liefdevolle aandacht is goed, bijvoorbeeld de momenten waarop je je gezien, gewaar­deerd, gewild of geliefd voelde. Ontspan en open jezelf voor het ge­voel dat er om je wordt gegeven. Als je wordt afgeleid, keer je steeds weer terug naar het gevoel dat er om je wordt gegeven. Blijf bij deze gevoelens en voel hoe ze dieper in je afdalen, zoals water in een spons.

Neem nu één of meerdere mensen in gedachten voor wie je me­dedogen voelt, misschien een kind dat lijdt, een vriend(in) die in een scheiding ligt, of vluchtelingen aan de andere kant van de wereld. Leef je in hun lasten, zorgen en lijden in. Voel een warmhartige, vrien­delijke bezorgdheid. Je kunt eventueel een hand op je hart leggen en bijvoorbeeld een van de volgende gedachten laten opkomen; ik hoop dat je pijn vermindert... ik hoop dat je een baan vindt... ik hoop dat je je ziekte goed doorstaat. Geef jezelf over aan mede­dogen, laat het je vullen en doorstromen.

Nu je weet hoe mededogen voelt, kun je het toepassen op je­zelf. Voel je stress, moeheid, ziekte, gekwetstheid of ongelukkigheid. Toon nu mededogen met jezelf zoals je dit ook bij een vriend(in) zou doen als hij of zij zich zou voelen zoals jij je nu voelt. Besef dat iedereen lijdt en datje niet de enige bent die pijn en verdriet voelt. Je kunt een hand op je hart of je wang leggen. Afhankelijk van wat er is gebeurd, kun je één van de volgende gedachten laten opkomen: ik hoop dat mijn lijden stopt... ik hoop dat deze pijnlijke gevoelens weer voorbij gaan... ik hoop dat ik mij minder zorgen zal gaan ma­ken... ik hoop dat ik van mijn ziekte herstel. Beeld je in dat mede dogen je doordringt als een zachte lenteregen en de vernnoeide, gekwetste, hunkerende plekken in jezelf aanraakt en troost. (Hanson 2018)

bottom of page